Wie beslist wat voor eten er in de winkel ligt? De winkelier? De klant? Helaas niet. De macht om dat te bepalen ligt bij de wereldhandel en de voedingsmiddelenindustrie. Zowel hier als in de derde wereld bepalen zij wat er verbouwd wordt, hoe dat verwerkt wordt, wat er te consumeren valt en hoeveel dat gaat kosten – door Jet Holleman, november 2012
Er is al jaren een beweging gaande om de macht weer terug te brengen bij de producent (de boer) en de consument. Het kernbegrip is voedselsoevereiniteit. Dat gaat over goed eten, over goed boeren en vooral over zelf de baas zijn over wat je eet en wat je als boer verbouwt. En daarmee gaat het ook over de honger in de derde wereld en over de macht van de multinationals. Voedselsoevereiniteit is een van de pijlers van ons collectief. Ook wij oefenen – op heel kleine schaal – invloed uit op dat netwerk van macht en onmacht.
Voedselsoevereiniteit is het recht van mensen op gezond en cultureel passend, duurzaam geproduceerd voedsel, en het recht zelf te bepalen wat voor voedsel je verbouwt en hoe je het landbouw- en voedselsysteem inricht. Het zet de personen die het voedsel produceren, verwerken en consumeren centraal en niet de wensen van de markt en het bedrijfsleven.
Stel…
Stel, je bent een boer in West-Europa. Je hebt veel goede grond, waar je tarwe op zou kunnen verbouwen. Maar naar tarwe is geen vraag op de markt. Wel naar koolzaad, omdat ze daar biobrandstof van kunnen maken. Om je inkomen veilig te stellen en je bedrijf rendabel te maken verbouw je dus koolzaad in plaats van tarwe. De tarwe voor ons brood komt uit de Verenigde Staten en wordt over duizenden kilometers vervoerd. En dat op fossiele brandstof.
Stel, je bent een boer in Brazilië. Je kunt met moeite leven van je stukje land. Dan komt er een man die je namens een buitenlandse firma een aanbod doet. Ze willen je land kopen om op grote schaal soja te gaan verbouwen voor de veevoerindustrie. Je laat je betalen en trekt naar de stad in de hoop daar een baantje te vinden, al zijn je kansen klein. De soja die op je voormalige land wordt verbouwd, wordt tot veevoer verwerkt en gaat naar Hollandse koeien. Die geven veel melk als ze zulk eiwitrijk voedsel krijgen. Die melk wordt verwerkt tot kaas en boter voor de export.
Calorieën
Zo zijn boeren afhankelijk van de wereldhandel. Grote bedrijven bepalen wat er verbouwd wordt en verwerken en verhandelen de oogst. Hierdoor heeft elke hap eten tien keer zoveel calorieën gekost aan vervoer en fabrieksmatige verwerking dan hij de eter biedt. Dat is het mechanisme dat de gangbare landbouw over de hele wereld in z’n greep heeft. En dat is waar wij niet aan mee willen doen. Daarom kiezen wij voor eten uit de streek, dat geen grote reizen heeft gemaakt en niet heen en weer is gesleept om verwerkt te worden. Daarom kiezen wij voor biologische zuivel. Die komt van koeien die plaatselijk voer krijgen. Daarom willen wij samenwerken met kleine boeren.
Er komt nog veel meer kijken bij voedselsoevereiniteit. Te veel om hier te beschrijven. Wil je meer weten? Er zijn diverse websites die goede informatie bieden. Kijk bijvoorbeeld eens op http://aardeboerconsument.nl/artikelen/voedselsoevereiniteit of http://www.aseed.net/new/nl/voedselsoevereiniteit.