Leren gaat voor, bij groenten leveren door jongeren van Zorgboerderij ‘De Dijckhof’

Driebergen-Rijsenburg, 5 augustus 2020

Op een tropische woensdagmiddag ontmoet ik in zijn woonomgeving Gijsbert de Bie. Hij is senior werkleider tuin bij Zorgboerderij ‘De Dijckhof’ (hierna: De Dijckhof). We hebben op zijn moestuin vlak bij huis een inspirerend gesprek over zijn werk daar. Gijsbert heeft vanuit het verleden een rijke ervaring als boer en legde zich later via een opleiding tot pedagogisch psychiatrisch hulpverlener en andere trainingen toe op bijdragen aan mensen. Dat doet hij onder meer door kleine groepen jongeren te leren groenten te kweken. Ook op zijn moestuin zijn de ‘roots’ als boer herkenbaar.

Gijsbert op zijn moestuin bij zijn bijenkasten en wormenhotel

Gijsbert op zoek naar wormen in zijn wormenhotel

Mooi inkijkje via een glasplaat in een bijenkast. Duidelijk zichtbaar is de bijenraat.

Keuze naar psycho-sociaal werk
Van boer zijn geweest, ’niet lullen maar poetsen’, is hij na een bewuste keuze psychosociaal werk gaan studeren en via bedrijfsverzorging bij boeren (bv. bij ziekte of vakantie) en begeleiden bij re-integratie van ex-gedetineerden bij De Dijckhof terecht gekomen. Een grote overgang voor Gijsbert, tien versnellingen lager in ‘doen’ naar begeleiden van jongeren en hun ontwikkeling centraal stellen.

‘De Dijckhof’ was in 1973 de eerste op biologisch dynamische grondslag gebaseerde zorgboerderij. Op de grond waar Zorgboerderij De Dijckhof gevestigd is staat een tot woonhuis verbouwde dwarshuisboerderij uit 1854 met een rieten zadeldak.

Historische boerderij De Dijckhof (bron: www.heuvelrugtopografie.nl)

De Dijckhof is nu onderdeel van Pluryn, een organisatie die op meer dan 400 locaties jongeren en volwassenen ondersteunt bij het vergroten van kansen op een zo volwaardig en zelfstandig mogelijke plek in de samenleving. Onderdeel van de zorg zijn leren, werken en vrijetijdsbesteding met de eigen kracht en toekomstwensen als uitgangspunt.

Jongeren ‘hangplek’ bij De Dijckhof

Groente kweken
Onderdeel van de activiteiten voor de jong volwassenen is het kweken van groenten. Er is een kas van 100 m2 en een vollegrondstuin van 1200 m2. Als senior werkleider tuin stuurt hij alle wat met de kas en de vollegrondstuin te maken heeft aan.

Gijsbert kweekt in de kas onder meer het volgende. In het voorjaar en vanaf augustus zijn er de bladgroenten. In de zomer zijn er onder meer komkommers, tomaten, aubergine, paprika.

Vanaf oktober is er dan weer meer ruimte voor andere activiteiten om te doen en voor uitstapjes maken met de jongeren. In de vollegrondstuin worden onder meer geteeld: aardappelen, prei, pompoen, knolselderij, snijbiet, rode biet, koolrabi, bloemkool, knoselderij, uien en courgettes.

Een impressie van kas en tuin geven bijgaande foto’s


Gijsbert in actie bij het plantmateriaal in de kas

Tomaten in varianten in de kas

Gijsbert in de kas, met ingezaaide najaarsgroente bij de donkerbruine aarde

Een blik op de vollegrondstuin

Voedselkollektief Amersfoort
De Dijckhof heeft in principe één klant voor de groenten die geleverd worden, Voedselkollektief Amersfoort! Als er een overschot is van een groente wordt die groente aan de Voedselbank geleverd. De Dijckhof levert naast groenten ook eieren. Eén klant is overzichtelijk en maakt het mogelijk bij het groenten kweken centraal te stellen wat de jongeren willen leren. Er worden geen eisen gesteld aan productie van de tuin.

Gijsbert is steeds bezig de jongeren te begeleiden om hun leerdoelen te halen én daarbij ook te voldoen aan de verwachtingen en eisen van de leden van het Voedselkollektief. Het is steeds weer een uitdaging voor Gijsbert beide doelen te realiseren.

Gijsbert geeft aan dat de jongeren waarmee hij werkt zoals hij dat noemt moeilijk verstaanbaar gedrag hebben en soms wat minder dan gemiddelde verstandelijke vermogens. Het zijn vaak jongeren die dingen hebben meegemaakt, gebrek aan een liefdevolle warme omgeving om in op te groeien en soms onveilige situaties. Jongeren die dit hebben meegemaakt hebben vaak een sterke behoefte aan controle over hun leven en zetten zich af tegen alles wat die controle bedreigt. Jongeren die heel weinig zelfvertrouwen hebben en faalangstig zijn proberen zichzelf vaak te beschermen door zo min mogelijk risico te nemen, leren te vermijden en te vluchten in verslavingen. (Gamen en telefoonverslaving) Het is belangrijk dit gedrag om te buigen. Dat vraagt om een stevige autoriteit en een warme compassie volle benadering.

Corona
Voor de Corona kwam was er sprake van wisselende groepen van vier tot vijf jongeren. Vanaf het moment van Corona in ons land, wordt gewerkt met vaste groepen van vier tot vijf jongeren. Dit bevalt heel goed, je kunt meer investeren in de relatie, meer opbouwen en vertrouwen winnen. Bij het werken in vaste groepen begeleidt Gijsbert naast hoe groenten te kweken ook met de andere activiteiten, zoals koken, dierverzorging en vogelhuisjes maken, haardhout kloven en afleveren. Hij houdt wel van die afwisseling.

Gijsbert is mentor van een aantal jongeren. Samen met de jongeren wordt een een individueel plan gemaakt. Het plan is gebaseerd op wat iemand kan en wil bereiken. De tuin is slechts het middel om te leren. Meestal gaat het om gedrag en houding waar veel te leren valt. Heel weinig jongeren zijn geïnteresseerd in tuin en willen daar in de toekomst iets mee. Dat is niet erg. Er valt genoeg te leren op het gebied van gedrag, houding, communicatie enz. Vaak levert leren weerstand op en dat laat zich zien in uitingen van boosheid en agressie.  Daarom maakt elke begeleider een signalerings plan voor elke jongere. Dat betekent dat elke jongere een zelf bedachte mogelijkheid heeft om er even uit te stappen als het te veel is geworden.

Gijsbert begeleidt zijn werkpupillen in de tuin. Ik gebruik veel empowerment om de jongeren verder te brengen en om te kunnen leveren wat hij het Voedselkollektief Amersfoort wekelijks belooft. Het Voedselkollektief draagt bij aan structuur tijdens de week, een fijne structuur. De jongeren hebben daarmee ook een doel voor het werk dat ze toen.

Uitdaging
Het is best een uitdaging om op zondagavond tegen het Voedselkollektief te zeggen: ‘ik lever 30 courgettes donderdag’. Dinsdag mailt het Voedselkollektief de bestelling, woensdag start Gijsbert de voorbereiding van het oogsten en leveren. Daar moet je direct mee beginnen, want je weet niet waar je bij de jongeren tegenaan loopt.

De kunst is met de jongeren ‘een spel’ te creëren en een beroep te doen op samenwerken. Als er 20 keer 200 gram tomaten geplukt moeten worden voor het Voko heb ik een probleem en niet de jongeren. Ik laat dan duidelijk merken dat het mijn probleem is en dat ik het ga regelen. Ik vraag dan alleen om hulp van de jongeren en meestal willen ze me dan wel helpen. En als ze niet willen laat ik merken wat het met mij doet en dat ik met in de steek gelaten voel. Vaak willen jongeren je nabijheid en aandacht. Als je laat merken dat je geen tijd hebt omdat je tomaten moet plukken voor het Voko haken ze toch vaak weer aan. Ik bewaak mijn eigen grenzen maar stel ook grenzen aan de jongeren. Meestal werkt het om de opdracht te herhalen. Er moeten nu tomaten geplukt worden voor het Voko. Op een gegeven moment gaan ze tomaten plukken.

Gijsbert werkt ook aan overbrengen van het klantperspectief. Ik leer de jongeren zich te verplaatsen in de klant. Plukken, wegen, beoordelen? Hoe zou je het zelf willen ontvangen? ‘Nou, in ieder geval dat het er goed uit ziet.’ Niet te weinig, maar iets meer.’ ‘Ja, doe maar iets meer in het zakje dan besteld, dat vinden de klanten van het Voedselkollektief fijn.’

Je moet voortdurend kijken hoe houd ik de ballen in de lucht. Stevig zijn wat er moet gebeuren, dat hebben de jongeren nodig. Een bestelling voor het Voko heeft altijd een grote prioriteit dat er links of rechtsom geleverd wordt wat beloofd is.

Dieren op ‘De Dijckhof’

Varkens met kunstjes

Impressie van de (soep)kippen)