Met zorg voor gewas en mens

In 2008 begon Else Schimmel, zonder enige landbouwervaring, biologische tuinderij De Elzenkamp in Voorthuizen. Op de plek waar zij is opgegroeid kon zij drie hectare grond gebruiken om haar droom te realiseren – Door Daphne Balvers.

elzenkamp

Op een prachtige lentedag leidt Else mij rond op de L-vormige tuin. Het stuk dat haaks op de weg ligt, de ‘binnentuin’ met afrastering tegen de hazen, is ingedeeld in lange bedden. “We hebben nu voor het eerst zes in plaats van twaalf vakken”, vertelt Else. “Aan het begin deden we bijna alles met de hand. Maar langzaamaan zijn we steeds meer met de trekker gaan doen. We hebben een ouderwetse trekker van mijn opa. De vruchtwisseling is heel belangrijk. Het was een hele puzzel om van twaalf naar zes bedden te gaan. Er komen ook bedden met bloemen tussen. Volgens mij wordt het heel mooi.” We zijn inmiddels aan het einde van de binnentuin gekomen. En rechts van ons strekt zich nog eens anderhalve hectare uit. Else: “Hier kunnen de hazen bij. We gebruiken ongeveer een halve hectare voor de ‘grove teelt’, knolselderij, grote kolen, gewassen die tegen een stootje kunnen.” We lopen terug naar het gebouw aan de kant van de weg, twee zeecontainers met een overdekte tussenruimte. “Omdat deze grond in de toekomst mogelijk een bouwbestemming krijgt, hebben we gekozen voor een gebouw dat eenvoudig te verplaatsen is”, zegt Else.

Van tbs-kliniek naar biotuin

Else werkte voorheen in de zorg, eerst met ex-gedetineerden, later in een tbs-kliniek. “Dat was heel leuk en interessant werk. Maar ik kreeg steeds meer het gevoel: ik moet naar buiten! Ik woonde in Utrecht, maar ging regelmatig met het openbaar vervoer helemaal naar Voorthuizen om paard te rijden. Dat had ik er voor over om even lekker buiten te zijn”, vertelt Else. “Via mijn werk kende ik de Maarschalkerweerd in Utrecht, een tuinderij met zorgfunctie. Zoiets wilde ik ook beginnen. Ik vertelde het aan mijn ouders. Zij hadden wel een stuk grond voor mij, maar mijn vader vond dat ik eerst maar eens moest kijken of dit inderdaad écht was wat ik wilde. Ik heb toen een ondernemingsplan geschreven en ben een dagdeel per week gaan stagelopen bij de Maarschalkerweerd. Vervolgens heb ik mijn baan opgezegd en ben gewoon begonnen, met het boek Ecologisch Tuinieren van Van Boxem als handleiding.”

Soms gaan dingen anders dan gepland…

Toen Else begon, had zij twee wensen: zij wilde op termijn van De Elzenkamp een zorgboerderij maken, en zij wilde een deeltijdopleiding biologisch tuinieren volgen. Beide zijn nooit gerealiseerd. “Toen ik met de tuin begon bleek ik zwanger te zijn. Inmiddels hebben wij twee kinderen, dus tijd voor een opleiding was er niet meer”, zegt Else. “En aan een zorgboerderij worden zo veel eisen gesteld, dat zag ik niet zitten.” Toch is Else heel blij met hoe het bedrijf nu geworden is. “Ik werk buiten, ik werk met mensen en wij telen biologische groenten voor de regio.” Vanaf het begin heeft zij voldoende vrijwilligers die haar helpen in de tuin: moeders met jonge kinderen, die graag ’s ochtends wat willen doen, wajongers, mensen met autisme-spectrum stoornissen.

De afzet

Else haalt haar inkomen vooral uit de verkoop van groente- en fruittassen. Haar streven is om zo’n 150 abonnees te bedienen. De afgelopen winter heeft zij voor het eerst continu door geleverd, met biologische producten van de groothandel, aangevuld met lang houdbare groenten, zoals kool, uit eigen tuin. “Ik had er eerst mijn bedenkingen bij. Maar door de wintertassen hebben wij nu wel vier maanden extra inkomsten”, zegt Else. Op de tuinderij is vanaf mei tot de kerst ook een ‘veldwinkel’, met een middag in de week losse verkoop. De vaste klanten gaan voor, maar Else probeert ook het voedselkollectief zo goed mogelijk te bedienen. Zij heeft nu bijvoorbeeld extra suikermaïs geplant, speciaal voor het Voko. Else: “Ik lever graag aan het voedselkollectief. Ik vind het een mooi initiatief. De leden hebben een gedeeld ideaal. En het prettige is dat alles gedaan wordt vanuit een goede intentie. Dus als iets niet helemaal soepel loopt, is dat niet erg. Alleen al het contact met de ophalers maakt het de moeite waard. Dat zijn zulke lieve mensen!”

Het nut van Skal

Else heeft zich direct in 2008 aangesloten bij Skal. Twee jaar later kwam De Elzenkamp in aanmerking voor het keurmerk. Hoewel het Skal-certificaat prijzig is, vooral voor een klein bedrijf als De Elzenkamp, ziet Else het als een meerwaarde. “Via Skal heb ik veel contacten opgedaan. Voor mij is Skal een soort biologisch netwerk. Het heeft mij veel opgeleverd.”

elzenkamp