Bieten van Piet

Als fervent liefhebber van bieten en bietensap voel ik mij als een klein meisje in een snoepwinkel wanneer Piet van Andel mij rondleidt langs zijn loodsen vol rode knollen. In de Flevopolder, aan de overkant van het Nijkerkernauw, runt Piet samen met zijn vrouw Maart een biologisch-dynamisch (BD) landbouwbedrijf. Hier komen de rode bieten vandaan, die het Voedselkollektief de hele winter in voorraad heeft – door: Daphne Balvers, februari 2013

Het is overweldigend: na het passeren van de brug bij Nijkerk heeft het landschap plotseling andere dimensies. Alles is hier groot, weids, plat. Grijs ook, op deze januaridag. De uitgestrekte kale akkers en eindeloze rijen windmolens vertekenen het perspectief. Gigantisch grote boerderijen lijken wel speelgoedhuisjes. Het bedrijf van Piet en Maart past hier perfect. Op 250 ha landbouwgrond verbouwen zij naast bieten ook uien, wortelen en pompoenen volgens een zorgvuldig opgesteld rotatieplan. Maar bieten zijn hun specialisatie en de enige producten die zij op het bedrijf opslaan en verwerken.

boer piet van de korenbloem

‘Spuitvrij’

“In 1989 zijn wij hier met 50 ha begonnen”, vertelt Piet. “De polder was toen net ontgonnen en wij zijn de eersten die deze grond hebben bewerkt. De term biologisch bestond nog niet. Maar in de beleidsplannen van de overheid stond dat een deel van de polder ‘spuitvrij’ ontgonnen moest worden. In vergelijking met de rest van het land zijn er veel biologische bedrijven in de polder.” Piet, die opgroeide op een gangbare boerderij in Noord-Holland, werkte jarenlang bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en was dus medeverantwoordelijk voor de inrichting van de Flevopolder. Toen de kavels verkocht werden, greep hij zijn kans om weer boer te worden. “Wij zijn begonnen als extensief graanbedrijf, maar al snel overgestapt op het telen van groenten. Dat is afwisselender, intensiever, en daar ligt mijn passie. Bovendien is de kleigrond er heel geschikt voor”, zegt Piet. “Onze naam ‘De Korenbloem’ stamt nog uit de begintijd. Eigenlijk gebruiken we die nu niet meer.””

Willy Wonka

Een rondje over het terrein brengt ons vanuit het knusse houten Scandinavische huis van Piet en Maart langs een stacaravan waar een Hongaars gezin permanent woont, via een opslagloods waar een metershoge berg bieten ligt, naar een nog grotere loods, waarvan het dak bekleed is met zonnepanelen en waarin een luidruchtige Willy Wonka-achtige machine staat, die de bieten wast en sorteert. De schoongespoelde felrode bietjes worden vervolgens in kistjes bewaard in een koelcel, waar ze wachten op transport naar de winkel of groothandel. Hoe komt het dan dat ik regelmatig klonten klei op de bieten aantref, vraag ik. Piet lijkt enigszins beledigd, maar bedenkt dan: “Het voedselcollectief wil liever vuile bieten. Ongewassen blijven ze namelijk langer goed.” ”

Verbindingen

De bieten van Piet gaan naar supermarkten en natuurvoedingwinkels in binnen- en buitenland. Ons voedselcollectief is slechts een kleine klant van hem. Maar Piet en Maart steken hun sympathie voor ons collectief niet onder stoelen of banken. In het algemeen ziet Piet een positieve kentering: “De wereld is aan het veranderen. De afgelopen jaren is de vraag naar biologische groenten enorm gestegen. Steeds meer mensen willen weten waar hun eten vandaan komt. De recente voedselschandalen helpen daarbij. “Na elk schandaal profiteert de biologische sector”, aldus Piet. Omdat de vraag stijgt, maken veel gangbare boeren de overstap naar biologisch. Piet helpt hen daar graag bij. Het valt mij op dat Piet veel praat over contact maken en verbindingen leggen. Hij werkt nauw samen met een aantal BD-veebedrijven voor de bemesting van zijn grond, met een biologische boer in Murcia, Spanje, om zijn klanten ook in de maanden april tot eind juni van bieten te kunnen voorzien en ook met agrariërs uit de buurt. Piet: “Met Bio Brass zijn wij een fabriekje gestart waar kant-en-klare gekookte bietjes worden bereid. De bieten worden machinaal geschild en gewassen, verpakt in plastic en in de verpakking gekookt. Wij verkopen dit onder de merknaam John’s Farm, dat vooral gericht is op consumenten die bij de supermarkt kopen. Op de website kunnen zij lezen waar de bieten vandaan komen en hoe ze geteeld worden. Ook zijn wij samen met Douwe Monsma, een paar boerderijen verderop, bezig om ‘De Beleving’ in te richten, een kas en moestuin waar bezoekers vanaf de komende zomer voorlichting kunnen krijgen over de biologische landbouw.” “